Skip to main content

Statig neemt hij zijn plaats in
op de witte klapstoel in de hoek
terwijl vlokken schuim zijn lijf langzaam bedekken
haalt hij krakend zijn ingevallen schouders op

om de tijd te doden vertel ik hem
over de lichtspoorkogels die ik eerder zag
over het dreunen, over de grond
die onder voeten weggeslagen werd

volgens hem kan ik echter niets weten van oorlog,
of van verantwoordelijkheid,
ik droom nog over emmertjes die ik vol schep met modderig zand

in zekere zin ben ik onverantwoordelijk
in mijn hoofd schiep ik nog lang luchtkastelen,
reeg ik kettingen van madeliefjes
liep ik deftig langs perenbomen
om de fruitboer te bespotten

mijn luchtkastelen zijn echter veranderd in houterige wandaden
met stukken bloedworst lok ik hem zo nu en dan
de badkamer in, waarna hij mij betiteld tot schurk

een oude vader wassen is niet voldoende
om hem te kunnen ondermijnen,
soms zet ik hem naakt te drogen bij de kachel
zijn haar nog wild als een roofdier
over mijn nationalistische houding doet hij lacherig
ik negeer zijn beschuldigingen,
prijs zijn vastberadenheid

Laura Mijnders

1991, Hardenberg. Zoekt, schrijft 's nachts tussen de bomen door. Tattoomevrouw, afgestudeerd Ervaringsdeskundige in de Zorg en ernstig fan van de Muppets.