Skip to main content

Ze geeft mij drie kussen. Ongemakkelijk probeer ik het ritme van wangen toedraaien te volgen. ,,In Duitsland geven ze altijd maar twee kussen”, vertelde mijn opa eens. Alhoewel hij geen echte Duitser was, stond hij erop dat we hem er maar twee gaven. Kussen of niet, van formaliteiten heb ik nooit iets begrepen. Als ik het voor het zeggen had, koos ik voor een snelle hand, die ik daarna af zou kunnen spoelen onder de kraan.

,,Goed dat je er bent! Ik heb je verhaal zojuist nog eens doorgenomen.”
Mijn collega gaat weer zitten.
,,Hoe gaat het met je?”
Ik zet mijn tas op de grond en plof naast haar neer op de geblokte bank.
,,Ik slaap slecht. Maar verder gaat het goed.”
,,Ben je zenuwachtig?”
,,Nee”, zeg ik. ,,Ik ben gelukkig te moe om nerveus te zijn.”
Ze lacht.

In Winschoten stappen we uit. We worden opgepikt door een vrouw in een flanellen broek. Ze stelt zich voor als Thea en leidt ons naar een rode auto. Mijn collega stapt voorin.

Als ik iets aan mijzelf vreemd vind, is het wel dat ik bij een onbekende in de auto kan stappen, zonder er twee keer over na te denken. Achteraf heb ik daar altijd spijt van. Thea rijdt schokkerig en onoverzichtelijk. Ik besluit het te negeren en concentreer mij op de omgeving. Na een tijdje stappen we uit bij een soort dorpscentrum.

We worden begroet door een medewerker die ons naar de kantine loodst. Dit is dus Blijham. Bijna niet meer dan een dorpscentrum. Mijn benen voelen zwaar. Toch lach ik beleefd naar de mensen die binnen komen druppelen.

,,Laura, mag ik jou vragen om te beginnen?”, vraagt mijn collega.

Ik adem in. Mijn ogen zijn op het papier gericht. Ik vertel over mijn jeugd, over de problemen op school en de depressies. Over de cirkel waar ik als probleemjongere niet meer uitkwam. Het is muisstil en ik vraag mij af of ik wel rustig genoeg praat. Ik probeer af en toe een stilte te laten vallen, maar hoe langer ik pauzeer, hoe meer de brok in mijn keel om aandacht vraagt. Ik slik. Nog een alinea, nog een.

Wanneer ik de laatste woorden heb uitgesproken, blijft het even stil. Opeens begint iemand te klappen. Met het schaamrood op mijn kaken schuifel ik terug richting mijn stoel.

,,Dank je wel Laura”, zegt mijn collega. ,,Er is nu de gelegenheid om vragen te stellen.”
Braaf beantwoord ik alle vragen. Verrassend genoeg vraagt Thea of ik een relatie heb.
Ik vertel dat ik ga trouwen. Ik, gek genoeg. Ik zeg haar dat het leven waar ik een lezing over gaf, al lang niet meer als het mijne voelt.

,,Hoe was het?” vraagt mijn vriend bij thuiskomst. Er branden kaarsen. ,,Ik wist dat dit een moeilijke middag voor je zou zijn.”

Ik slik en sla mijn armen om hem heen.

Laura Mijnders

1991, Hardenberg. Zoekt, schrijft 's nachts tussen de bomen door. Tattoomevrouw, afgestudeerd Ervaringsdeskundige in de Zorg en ernstig fan van de Muppets.

Leave a Reply