Wat wil jij hebben? Ze staart naar de blauwe, geplastificeerde map met ijsjes. ,,Ik denk een waterijsje. Of toch een split?” Ik kijk naar haar bleke, smalle schouders, haar blauw dooraderde huid. Ze heeft haar haren opgestoken.
Achter de toonbank zit een klein, Chinees mannetje op een klapstoeltje luid te telefoneren. Het is zo’n typisch wijkgericht cafetaria , waar je keuze beperkt blijft tot zoutige friet, een slappe frikadel of vettige Babi Pangang die zwemt in de saus. Laila trekt na veel gedraai en getwijfel de vriezer open, ik graai met mijn zweterige hand naar de uitverkoren ijsco’s. We nemen plaats op een bankje, met uitzicht op de Lidl en de Action. Er drupt ijs op Laila’s lange jurk.
,,Jij lijkt altijd zo zeker van jezelf.”
De woorden blijven tussen ons inhangen als het geschreeuw van een ongeduldig kind. Ik neem een hap van mijn magnum, laat de melkachtige substantie via mijn tong naar mijn keel glijden. Ik wil vandaag geen vragen stellen als, ‘wat maakt dat je dat denkt?’ of ‘wat doet dat met jou?’. ,,Ik twijfel bijna heel mijn leven al hoor.” ,,Echt? Waarover dan?” Ze likt een verdwaalde druppel ijs van haar vinger, haar andere hand onrustig tikkend op het bankje. ,,Ik ben opgegroeid in een kroeg, ik was nooit echt iemand. Nou ja. De dochter van Harry en Maria.” Ik peuter met het ijscostokje een sigaret onder mijn schoen weg. Ze wijst. ,,Er zit ook nog een verbandje onder.”
,,En nu? Wie ben je nu?” Vol verwachting kijkt ze me aan. Ik veeg met een papieren zakdoekje mijn kleverige handen af, reik haar een schone aan. ,,Gewoon Laura denk ik.” ,,En wie is dat?” Ik lach. Onze huiden verkleuren al een beetje. ,,Eigenlijk weet ik het nog steeds niet zo goed. Ik weet alleen waar ik van houd.” Ze knikt, staat op. Ik volg haar bewegingen, laat haar vandaag leiden. Samen slenteren we weer richting haar kamer. Een groepje studenten houdt ons nauwlettend in de gaten, ik voel dat ze naar onze billen kijken. Laila is een meisje dat dit soort dingen niet merkt. Ze is uitsluitend gefocust op de chaos van binnen, waar de angst en paniek in groten getale ontkiemen.
Eenmaal weer binnen loopt Laila rechtstreeks naar de spiegel. Ze barst in lachen uit. ,,Ik weet wel wat ik ben. Hartstikke rood.” Ik kijk naar haar wangen, haar rode neus. ,,Je komt te weinig buiten joh, je huid is in shock.” Ze grijpt naar een tube after sun. ,,Jij ook?” Ik schud mijn hoofd.
Ze smeert de substantie rijkelijk op haar gezicht, vertelt dan over de bananenshampoo, dat ze nieuwe moet hebben. Of ik mee kan.
,,Dank je wel.” ,,Voor?” Ze gaat voor me staan, wipt van haar ene voet op de andere. ,,Gewoon. Ik weet wat het betekent om niemand te zijn.” Dan wijst ze lachend naar mijn broek. Ter hoogte van mijn kruis bevindt zich een enorme chocoladekleurige vlek.