Op 10 september won Laura Mijnders de Remco Ekkers Poëzieprijs. Op veler verzoek volgt hier het winnende gedicht:
Toebehoren
Geïnspireerd op de tentoonstelling ‘Slavernij. En de Groningers?’ in Museum aan de A
Al jong kwam ik erachter dat wat je waard bent wel
degelijk in geld uitgedrukt kan worden, dat je anders
wordt behandeld wanneer men vreest dat er iets
aan je ontbreekt, we dienen bij voorkeur sterk,
gezond en gehoorzaam te zijn, zoals de honden
waarmee ze ons lachend opjagen wanneer er weer
eens iemand probeert te ontsnappen. Ze vinden
ons altijd. Iedere nacht tellen ze vanaf het dek onze
hoofden, zoals de meester ook dat van zijn kinderen
elke dag telt, bang om dat wat hij bezit te verliezen.
Het liefst zou hij de hele wereld ketenen. Wanneer ik niet
kan slapen van de pijn denk ik aan al die keren dat mijn
vader mij ’s nachts de sterren liet tellen. De hemel leek op
zo’n moment heel dichtbij. Ik stel me voor dat er een stuk
van mijzelf bewaard zal blijven wanneer ik met mijn nagels
de naam die mijn moeder mij ooit influisterde in de planken
weet te krassen, ik aai over de littekens op mijn borstkas,
de initialen van iemand die ik nooit helemaal zal toebehoren.
Onder mijn huid ligt een sterrenhemel opgeslagen.