ZUIDBROEK – Te midden van een bult schone was, zoek ik naar een geschikte outfit. Gehaast trek ik een trui en een oude spijkerbroek uit de bult tevoorschijn. Met een oud bruin elastiekje, bind ik mijn haren vast. Rond 08.30 uur, ren ik de deur uit.
Het fijne aan beginnen met een nieuwe baan is dat je het terrein en zijn grenzen mag verkennen, je hoeft nog niet zoveel te doen of te zijn. Echter zal ik nu en binnen enkele dagen toch uit mijn veilige rol moeten stappen en laten zien wat ik in mijn mars heb.
In het doolhof aan deuren zoek ik de vergaderruimte op. Vandaag woon ik de sessie van een open groep bij. Mensen uit de kliniek of de poli, kunnen hier elke week vrijblijvend met elkaar praten over een onderwerp dat zij belangrijk vinden. Ik schuif heen en weer op mijn stoel. Ik ben nerveus.
,,Laura, doe je mee met de oefening?”, vraagt mijn collega. Even is het net als vroeger. In mijn hoofd word ik teruggeworpen op de herinneringen aan mijn eigen proces. Ik zie mijzelf aan de lange, ronde therapietafel zitten, terwijl mijn groepsgenoten mij verwachtingsvol aankijken. Ik worstel met het vinden van woorden. Er is een jongere versie van mijzelf aanwezig, iemand die wanhopig zoekt naar een verklaring voor haar klachten, iemand die zichzelf allesbehalve accepteert. Het kost mij een halve minuut voordat ik weer teruggekeerd ben naar het hier en nu.
,,Welke stappen kun je zelf zetten om je acceptatie te bevorderen?”, vraagt mijn collega aan de groep. Ik zie mensen zwijgen, hun pen verslagen neerleggen. Ik herken het gebaar. Veel mensen lijken moeite te hebben met de vraag. Ik voel de lucht om mij heen zwaarder worden.
Wanneer mijn collega het rondje afgaat hoor ik ondanks de zwaarmoedige sfeer die is ontstaan, hoop doorklinken. Iemand die opgenomen is vanwege een psychose vertelt de groep dat hij de hoop heeft dat het goed met hem zal komen. Zonder hoop, zonder uitzicht op een verandering in de situatie, wordt het lastig om het gevecht van jezelf te winnen, bedenk ik mij.
Zelf benoem ik dat de juiste medicatie, mildheid en voor mijzelf opkomen de belangrijkste ingrediënten vormden in mijn acceptatieproces. Wanneer ik de deur uitstap besef ik mij dat ik over mijn angst voor deze nieuwe en uiterst herkenbare situatie heen ben gestapt. Het is mijn beurt om aan de andere kant van de tafel te zitten, mensen aan te horen, ze waar mogelijk te steunen. Tegelijkertijd dringt zich een nieuwe angst aan mij op. De angst om deze baan, mijn huis, mijn relatie en mijn zelfvertrouwen te verliezen. Ik ben al weer zo’n drie weken vrolijk, ondanks het afbouwen van de medicatie. Ik laat de angst om alles te verliezen even botvieren voor ik hem compleet de ruimte geef. Ik laat hem van mijn hoofd tot aan mijn tenen inwerken, opdat ik hem accepteer.