Klamme, ruwe, kleine, oude, relatief bekende en onbekende handen martelen een voor een mijn slanke vingers. ,,De beste wensen hé?!”, echoot het door de kantine. De woorden vliegen als hittezoekers door de ruimte, steeds opzoek naar een nieuwe bestemming.
Mijn collega’s en ik hebben besloten braaf naar de Nieuwjaarsborrel te gaan. Ongetwijfeld niet onze beste beslissing dit jaar. We voelen ons maar wat ongemakkelijk tussen al de grote en prestigieuze afdelingen die zijn komen opdraven. Eerlijk gezegd ben ik vooral meegegaan voor de hapjes, daar mijn lunch (een armzalig plastic zakje met enkele dieetproof broodjes) in volle glorie op het aanrecht is blijven liggen. Verveeld nip ik aan mijn sapje. Armen worden in recordtempo uitgestoken naar het dienblad dat door een angstig kijkende kantinemedewerker wordt rondgedragen. Gelukkig weet ik af en toe toch een bitterbal te bemachtigen. Terwijl ik traag op mijn veroveringen kauw, denk ik aan januari vorig jaar.
Diezelfde bewegingen, handen die naarstig naar mijn handen zoeken. Stemmen die mij iets toewensen. Sterkte, de beste wensen, medeleven. Iets. Even keer ik terug naar de zaal waar mijn vader, mijn zusje en ik in een rij staan naast de grenen kist, vergezeld door voor mij volstrekt onbekende familieleden. De-beste-wensen-rij in de kantine, lijkt verdacht veel op de condoleance-rij van vorig jaar.
Tegen mijn collega’s zeg ik dat ik even een frisse neus ga halen. Met trillende handen haal ik het pakje sigaretten uit mijn jaszak. ,,Kut”, aansteker vergeten! Ik bedel bij de eerste roker die ik tegenkom om een vuurtje. ,,Ah, een nieuw jaar. Een heel jaar om alle goede voornemens opnieuw links te laten liggen en te genieten van een sigaret”, verzucht ze. Ze komt mij bekend voor, maar ik kan haar niet plaatsen. Ik steek mijn hand naar haar uit. ,,Laura”, zeg ik.
,,Nienke.”
,,Ik heb je hier nog niet eerder gezien”, zegt ze na een poosje. ,,Ik werk hier ook nog maar kort”, zeg ik. ,,Daarnaast was ik gestopt met roken, maar hier sta ik dan.” ,,Haha, dat ken ik”, zegt Nienke. ,,Ik was tien jaar gestopt. Fuck goede voornemens.” Ze neemt een flinke hijs.
,,Afijn….Hoe bevalt je baan hier?”
,,Goed”, zeg ik. ,,Ik heb fijne collega’s en krijg de ruimte om nieuwe initiatieven te ontwikkelen.”
,,De reden dat je weer rookt, staat dus los van je nieuwe baan hier?” Ik knik. ,,Mijn stiefmoeder is vorig jaar rond deze periode overleden. Al die feestvreugde voelt ergens nog steeds ontzettend misplaatst.”
,,Daar kan ik inkomen”, zegt ze. ,,Mijn man is vorig jaar in februari overleden. Gelukkig rook ik, zo ontsnap ik aan de mensen die hun medeleven aan mij, die arme ziel, willen betuigen.”
We barsten in lachen uit.
,,Goed Laura, ik wens je ondanks alles toch het allerbeste. Laat je niet kisten.”
Terwijl ze heupwiegend wegloopt begint het ineens te dagen. Natuurlijk….Goddank is ze ook maar een mens. Aangemoedigd door haar nonchalante houding, loop ik met opgeheven hoofd weer terug naar binnen.